Ik zag een 15-tal straatjongeren, slapend op vijf vieze matrassen, tussen twee rijen bomen langs een van de drukste wegen van de stad. We brachten hen ontbijt. Groepen straatkinderen / -jongeren opzoeken met ontbijt, een gesprek en een kleine activiteit als geschenk, is ook een van de zaken waar het São Cristóvão-project (AMAR) zich mee bezighoudt. Dat is de eerste stap om de herintegratie van de jongeren in de maatschappij op gang te brengen.
Leeftijd? De helft ongeveer 16, met wat tienjarigen onder hun hoede. Een meisje was vel over been, een ander stond voor onze neus lijm te snuiven uit een vuil t-shirt en draaide knetterhigh rond ons. Deze jongeren zaten heel diep, maar 1 ding was duidelijk: ze hadden elkaar, ze waren een groep, een familie. En zonder elkaar zouden ze het straatleven hoogstwaarschijnlijk niet overleven.
Ik bezocht ook Cidade Nova, een favela in Duque de Caxias (een stad net buiten Rio stad). Drie keer per jaar overstroomt het hele dorp, waar zo'n 270 gezinnen leven. Ze wonen in kleine bakstenen huisjes met golfplaten als dak, verkiezingspropagandaborden als schutting ... Asfaltwegen hebben ze niet, want elke keer opnieuw wordt hen vanalles beloofd in de aanloopperiode van de lokale verkiezingen. De mensen krijgen hoop en gaan massaal stemmen, maar vanaf dat de overwinning binnen is voor de nieuwe burgemeester, staan ze er weer alleen voor. Niemand kijkt naar hen om. Vuilniswagens worden er niet naartoe gestuurd, dus regelen ze hun eigen ophaalsysteem dan maar, via een vrijwilligerssysteem. Bij de ene buurman worden dan alle blikken verzameld, bij de andere al het karton ...
En dat warme nestgevoel, dat je in groep zoveel meer aankan dan alleen, beleefde ik deze week ook thuis. Maandagvoormiddag werd ik ongelofelijk ziek. De hele dag door om de 2 à 10 minuten overgeven en buikloop, ook al had mijn maag al lang geen inhoud meer. Geloof mij, je wil het niet weten. De laatste keer dat ik nog zo mottig geweest was, was waarschijnlijk toen ik ongeveer 8 jaar geleden salmonella had. Maar toch kreeg ik die dag een ongelofelijk goed gevoel. Om het kwartier kwam wel iemand van de Nederlandse groep vragen of ze nog iets voor me konden doen. Enkelen gaven me middeltjes die zouden helpen, installeerden een lighoekje met ventilator bij de wc-deur op het terras, besprenkelden me af en toe met water. (Ik lag er dan ook compleet als een lijk in het begin, kon geen woord meer zeggen van uitputting). Taam bleef uren bij me zitten, Arnoud snelde naar de apotheek en de fruitwinkel om alle aangeraden wondermiddeltjes, kookte rijst met suiker als ik eindelijk terug rechtop kon staan ... En toen besefte ik het voor het eerst: wat voor leuk, gezellig, sfeervol, warm nest we hier hebben gecreëerd in nog geen 2 weken tijd! De vanzelfsprekende ergermomenten door de overbevolking maken niet uit. Samen uit, samen thuis, altijd ambiance, leuke babbels, ruimte voor onzin, ruimte voor gevoel en ernst, ruimte voor zingen, samen klussen ... Het zou wel eens moeilijk vertrekken kunnen worden over een maand of vier ...

In de volgende clip van U2 (Walk on) krijg je een breed beeld van Rio de Janeiro. De toeristische kant, alweer de trappen, maar op het einde ook vooral straatbeelden ...