dinsdag 26 mei 2009

Tchau Lígia

Wat een vreemd gevoel. Vijf maanden de wereld proeven, een nieuw leven opbouwen, ergens anders. Een nieuwe boeiender werkweek, elke dag nieuwe ervaringen, intense vreugdemomenten en momenten die je diep raken. Elke week dingen horen, zien en meemaken die je petje te boven gaan. Problemen zien en horen die je zelfs niet kan vatten, die je je niet kan voorstellen. Samenwerken met collega's die al een hele geschiedenis achter de rug hebben. Levensverhalen horen die wel een filmscript lijken maar blij zijn dat ze die met jou willen delen.
Kinderen zien die geen kansen krijgen, verwaarloosd zijn en hun leven verder van het juiste spoor brengen met iedere minuut dat ze langer op straat leven. Kinderen die allemaal roken en drugs gebruiken, kleine meisjes die zich allemaal prostitueren om wat overlevingsgeld te verdienen. Jongens met zware littekens van het vele vechten met elkaar en van het vluchten voor politie die hen slaat alsof ze straathonden zijn.
Maar dan diezelfde kinderen zien lachen, de beste baile funk-pasjes dansen, zorgeloos spelen, bijleren, mooie dingen maken, een rekensom juist oplossen, de dagelijkse knuffels en kusjes. Hun eeuwige aandachttrekken en de ongelofelijke vrolijkheid als ze er krijgen. De gezichten van andere mensen wanneer je met een groep straatkinderen een museum binnenkomt, de bus opgaat, praat op straat, hen zelfs durft aanraken! De trots die je voelt bij alles wat ze verwezenlijken in het AMAR-huis, bij elke uitstapje waarop ze zich goed gedragen. De ongelofelijke blijdschap en trots als je hoort dat ze terug naar huis zijn en de hoop dat het zal blijven duren en dat ze daar beter af zijn.
Vijf maanden nieuwe mensen leren kennen, nieuwe vrienden maken, een nieuwe dagelijkse omgeving, een nieuwe taal en naam (Lígia). De liefde vinden en blij zijn dat je die kan meenemen naar Europa. Nieuwe vaste stekjes, de supermarkt, het restaurant, de bar, het huis. Anders ziek zijn en andere middeltjes nemen. Een Braziliaans gsm-nummer, een nieuw netwerk op internet (iedereen heeft hier Orkut). Een aan het klimaat aangepast lichaam en een ander eetpatroon. Andere voorkeursgerechten en nieuwe keukenkennis. Een licht gewijzigde garderobe, voorzien op snikhete temperaturen. Tientallen aandenkens, duizenden foto's en honderden mentaal vastgeklikte momenten.

En dan moet je vertrekken ... Vijf maanden opbouwen en dan achterlaten. Het had gerust een paar maanden langer mogen duren voor mij. Net de laatste maand kon ik optimaal genieten en me extra inzetten voor de projecten want dan had ik geen schoolpapers meer te schrijven. Ik begon me echt op mijn plaats te voelen bij de projecten en kon eindelijk op een nuttige manier meewerken. Zoveel gezien en beleefd, maar ook zoveel dingen nog niet gezien. Ik maak alvast een verlanglijstje tegen dat ik terugkom naar Brazilië want dat ben ik zeker van plan. Dat wordt sparen tegen mijn eerste verlofdagen over een paar jaar. Alleen zullen het dan al andere kinderen zijn op de projecten en zal ik me afvragen wat er van hen terechtgekomen is.
En thuis ... daar wacht weer een ander leven op me. Al die vertrouwde gezichten terug zien, gezellig bijpraten. Weer aanpassen en wennen aan het dagelijkse leven in België. Het zal in ieder geval raar doen, raarder dan toen ik me hier in het begin moest aanpassen. Maar de toekomst staat voor de deur en zo is er al onmiddellijk iets om aan te bouwen en naar uit te kijken wanneer ik terugkom.
Dit was mijn laatste blogpost vanuit Brazilië. Wat ben ik ongelofelijk dankbaar dat ik dit allemaal mocht meemaken. Donderdag stap ik hier om 17u20 (22u30 jullie tijd) op het vliegtuig richting Lissabon en van daaruit richting Brussel, waar ik vrijdag om 13u45 zal landen en eindelijk mijn ouders terug zal zien. Hier is het intussen herfst (nog steeds een goeie 25°C maar de bladeren vallen stilaan van de bomen), daar is het volop lente. Volgende week schrijf ik vanuit België een terugblik op het beste van mijn Braziliaanse ervaring van de voorbije vijf maanden. Tot binnenkort!

Thuiskomst (een gedicht van Karel Jonckheere)

In't nieuw bezochte land, nog weken voor het keren,
beviel hem soms het spel zijn ogen neer te slaan
en thuis te zijn; alleen om zich aan't oud begeren
te kunnen zeer doen, dat van weer op reis te gaan.

Had hem die gril voldaan, pas dan kon hij geloven
hoe zeker om hem heen 't bereikte landschap lag
door spel van inbeelding opnieuw in droom geschoven
opdat hij het zou zien nog voor hij het bezag.

Nu zit hij weerom thuis en in de schemer pogen
zijn woorden te vertalen hoe men ginder leeft.
Maar geen der vrienden leest uit zijn ontluisterde ogen
dat hier het land niet ligt dat hij verlaten heeft.

dinsdag 19 mei 2009

Frutas fazem forte e feliz!

Straatkinderen eten heel ongezond. Ze hebben meestal voorkeur voor de goedkope, vettige salgados (hartige, warme hapjes van bladerdeeg of een krokant korstje gevuld met kaas, kip, ham, garnalen of rundsvlees). Daardoor hebben ze vaak een hele vieze vette huid en missen ze heel wat belangrijke stoffen die ze nodig hebben om hun wondjes te laten herstellen, om gezond te blijven.
Daarom besloot ik enkele maanden terug om gezonde voeding, en dan specifieker fruit, als thema te gebruiken voor een voorlichtingsactie (deel van mijn opleiding communicatiemanagement) bij de straatkinderen via AMAR.
Waarom fruit? Fruit is lekker en talrijk aanwezig in Brazilië. Vruchten zijn er zoeter, kan je overal verkrijgen (ook in verse sapjes) en er is meer keuze. Bovendien is fruit ook helemaal niet zo duur in Brazilië. Talrijke fruitkraampjes op straat verkopen bijvoorbeeld al 5 appels voor 2 reais (nog niet 1 euro). Bij sommige kraampjes krijg je ze zelfs al voor 1 real, dezelfde prijs als voor een salgado. De prijs kan dus nauwelijks een argument zijn voor de straatkinderen, dacht ik dus. En ook al mogen ze supermarkten niet in, fruit is op zoveel plaatsen beschikbaar dat ook dat geen excuus mag zijn.
Ik ging aan de slag. Ik bedacht een heel simpele slogan en ontwierp een heel simpele affiche, zodat ook kinderen die niet kunnen lezen de boodschap zouden begrijpen. "Frutas fazem forte e feliz", fruit maakt je sterk en blij. Zowel de boodschap als de slogan als de afbeeldingen zijn enorm kinderlijk, bijna voor peuters. Maar bij straatkinderen moet je er sowieso van uitgaan dat het laagste niveau het beste is want velen hebben nauwelijks scholing gehad en kleuterniveau kunnen ze zeker allemaal aan.
Naast de affiche voorzag ik ook kleurtekeningen om op het socio-educatief centrum Casa Nova in São Cristóvão te gebruiken, het project waar dagelijks 10 tot 30 straatkinderen over de vloer komen.
De kleurtekeningen kwamen in het lokaaltje van lerares Rosana terecht die samen met een paar andere educatoren de kinderen steeds dingen bijleert op een heel spontane manier. De kinderen hebben nauwelijks door dat ze bijleren, maar doen het wel keer op keer door de leuke dingen die Rosana vertelt en het feit dat ze over alles wel iets weet.
De kleurtekeningen waren niet alleen bedoeld om de straatkinderen een rustgevende, creatieve activiteit te bezorgen, maar ook om gesprekken op gang te brengen, om dialoog te stimuleren. En dat gebeurde ook! Tijdens het kleuren kwam er spontaan een leuk gesprek op gang over welk fruit ze lekker vinden, waar ze het kunnen kopen, wat voor leuke dingen je met fruit kan maken, hoe goed het voor je is, waarom het goed voor je is, hoe belangrijk het is ... Daarbij was de onafgesproken hulp van de educatoren natuurlijk onontbeerlijk. Ik had er stiekem op gerekend dat zij wel wat meer uitleg zouden geven bij de tekeningen en de voor de hand liggende slogan, en dat deden ze ook.
Naast de affiche en de kleurtekeningen had ik ook stickers voorzien. Aangezien veel kinderen niet naar het socio-educatief centrum komen en dus niet in contact zouden komen met de campagne, moest ik de campagne op een of andere manier naar hen op straat brengen. Ik kocht wat zakken appels, kleefde op elke appel een sticker en nam ze mee op een van de frequente bezoeken op straat of "abordagem da rua" zoals dat op de projecten genoemd wordt. Ik deed de stickeractie zowel op straat als in het socio-educatief centrum.
Zowel de kleurtekeningen als de appels en stickers werden met veel enthousiasme onthaald. Bij de eerste fase van mijn actie, in februari, werd steeds opnieuw naar meer kleurtekeningen gevraagd. Ook in de tweede fase, in mei, voorzag ik weer kleurtekeningen. In totaal gingen er 80 kleurtekeningen de deur uit. De appels met stickers bereikten in de eerste fase een 15-tal kinderen en in de tweede fase een 40-tal blije kinderen. Met andere woorden ... een heel geslaagde actie!
Hoewel ik ook graag nog een actie rond zeep en tandenpoetsen had gedaan, kon dat er wegens andere stagetaken bij het ander project (CEDECA) en schoolwerk niet meer af. Ook om de fruitactie uit te breiden naar de andere AMAR-projecten voor favelakinderen, of andere campagnemiddelen in te zetten (ik had nog werkblaadjes met leerrijke fruitspelletjes in gedachten) was jammer genoeg geen tijd meer. Maar ik ben enorm tevreden over wat ik met deze actie bereikt heb. Dit was één van de meest voldoening gevende dingen die ik hier gedaan heb tijdens mijn vijf maanden in Rio de Janeiro.
Alleen al die vrolijke, lieve gezichtjes. Trots omdat ze een tekening gekregen hadden van "tia Rosana" of van "tia Lígia" (dat ben ik). De gekke kapoenen die met de stickers pronkten alsof het tatoeages waren. Viviane en Tamiris die eens hun nuchtere, geïnteresseerde en sympathieke zelf waren. De kleine Mateus die met een blanco kleurtekening in het rond wandelde alsof het een huisdiertje was en die voorzichtig op mijn arm tikte en zei "tia, tia," (ze zeggen altijd 'tia', tante of 'tio', nonkel tegen de opvoeders) "mag ik nog een appel? Ze zijn heel lekker!" Ik dacht "yes, daarvoor deed ik het".

'Olha a onda' of 'kijk naar de golf' is één van de leuke dansnummers uit de dansles die wekelijks een paar keer plaatsvindt voor de straatkinderen in Casa Nova.

maandag 11 mei 2009

Waar kritische burgers samenkomen

Deze week organiseerde AMAR gedurende twee dagen een seminarie rond sociale pedagogie in de realiteit van kinderen en adolescenten in een risico- en straatsituatie. Aangezien de projecten die dagen gesloten waren zodat alle medewerkers het seminarie zouden volgen, kreeg ook ik twee dagen bijscholing.

Een Braziliaans seminarie gaat er net iets anders aan toe als één van bij ons. Ze beginnen met het Braziliaanse volkslied. Iedereen staat op en zingt het (lange) lied van begin tot einde uit het hoofd mee. Er wordt gebeden en gezongen en dan komen de ernstige sprekers. Één voor één vakspecialisten van formaat. Hun belangrijke speeches en presentaties worden steeds afgewisseld met een liedje waarbij iedereen uit volle borst mee mag zingen.

Het seminarie had een ongelofelijk interessante thematiek en verbaasde mij positief. Brazilianen zijn erom gekend dat ze niet al te kritisch uit de hoek komen. Ze zouden zich behoorlijk passief neerleggen bij hun vaak trieste realiteit en die met flauwe grapjes weglachen. Maar op dit seminarie werden niet alleen grapjes gemaakt, het cliché over Brazilianen werd ontkracht. Ik bevond me temidden de kritische burgers, een zaal vol mensen die deel uitmaken van de 'sociedade civil', de burgermaatschappij. Zij werken bij ngo's, vzw's ... en zijn niet bang om eens hard te schreeuwen en met hun vuisten op tafel te bonken. Zij zien het onrecht, bespreken het onder elkaar, zoeken telkens nieuwe methoden om ertegen in actie te gaan en wisselen hun kennis uit.

Om meer te bereiken en het niet alleen binnen de eigen kringen te houden, waren ook belangrijke overheidsfunctionarissen aanwezig, mensen van de beruchte jeugdinstellingen van DEGASE, vertegenwoordigers van Petrobras (de Braziliaanse oliemaatschappij en belangrijkste en onmisbare financierder van de AMAR-projecten).

Een van de hoogtepunten van het seminarie was toen de blanke, charismatische en duidelijk welgestelde veertiger, universiteitsprofessor Prof. Robson Leite, luidop zijn mening verkondigde over het Braziliaanse onderwijssysteem. Volgens hem is het grootste probleem binnen de Braziliaanse maatschappij dat zowel de overheid, de politie als de media de Braziliaanse armoede criminaliseren. Overal wordt de mensen wijsgemaakt dat arm gelijk is aan slecht. 'Alle armen zijn marginalen en criminelen.' En met die visie worden Brazilianen constant geconfronteerd.

Daar kon ik de man alvast gelijk in geven. In het journaal zie je favelabewoners op een schaamtelijke manier gefilmd worden wanneer ze diefstal gepleegd hebben, maar een rijke die een grandioos fraudeschandaal ontwikkelde en wel een miljoen keer meer opbrengst heeft, gaat vrijuit. Politieagenten, zelfs al zijn ze zelf vaak arm, leren kordaat optreden tegen hun 'zwarte broeders' omdat 'die armer zijn en dus sneller zouden stelen'. Om een voorbeeld te geven van de overheidsaanpak: de sinds januari 2009 nieuwe burgemeester van Rio de Janeiro Eduardo Pães zorgt er met zijn nieuwe "choque de ordem"-beleid voor dat er meer politie op straat is en minder zwervers. Er is een hele lage tolerantiegraad ten opzichte van zwervers en die moeten zoveel mogelijk uit het straatbeeld verdwijnen, want 'zwervers en armen betekenen problemen'. Één van de directieleden van AMAR merkte tijdens het seminarie terecht op dat de overheid beter eens aan een "choque humano" zou denken, een 'menselijke shock' in plaats van een 'ordeshock', waarbij ze eindelijk eens de armoede op een positieve manier aanpakken in plaats van te criminaliseren en marginaliseren.
De grootste kritiek van professor Leite was dat het ergste van allemaal is dat deze visie van de overheid, media en politie ook in het onderwijs wordt opgedragen. Als kinderen zelfs op school leren dat arm slecht is, hoe kunnen de zaken dan ooit veranderen? Als kinderen al van jongs af met dat idee rondlopen, waar moet de noodzakelijke kritische jeugd dan vandaan komen die het voortbestaan van een kritische burgermaatschappij garandeert? De man kreeg een luid applaus en werd toegejuicht.
Het seminarie was echter niet alleen kritiek uiten, maar ook een constructieve informatieuitwisseling. Bovendien werd tijdens de laatste middag met iedereen samen naar constructieve voorstellen gezocht. Die voorstellen werden meteen in een bestand geplaatst, bedoeld om te verspreiden naar zoveel mogelijk organisaties en overheidsinstanties.

Op zijn AMAR's werd het seminarie uiteraard gestart en beëindigd met dansjes van de kinderen. De straatkinderen van Casa Nova in São Cristóvão mochten het startspektakel voor hun rekening nemen. Het vredesdansje bezorgde heel wat toeschouwers tranen in de ogen. De straatkinderen kregen een staande ovatie van een zaal vol intelligente volwassen, terwijl ze op een prachtig podium in de spotlights stonden. Hun tweede dansje bracht dan weer leven in de brouwerij en liet iedereen spontaan meeklappen in de handen.
De favelakinderen van Casa Dom Helder in Grajaú mochten de slotshow doen. Met drie levendige dansjes kregen ze het hele publiek van hun luie stoel. Bijna iedereen stond samba te dansen op het einde. Dat zie je ook niet vaak op Belgische seminaries. Vervolgens gaf iedereen elkaar de hand, werd het Onze Vader gebeden en mochten we aan een enorm koekjes- en cakejesbuffet aanschuiven. Dat waren nog eens interessante dagen!

Eu só quero é ser feliz (ik wil enkel maar gelukkig zijn) is een nummer van enkele jaren geleden met een fantastische tekst, onder andere over het verkeerde beeld dat de toerist heeft van Rio de Janeiro en de trieste realiteit die verdoezeld wordt. De zanger zingt ook dat er van diversiteit geen sprake is, "ze (de politie) komen ons alleen maar vernederen in onze wijken", "onschuldigen verliezen vandaag hun recht op leven" en "ik wil weten dat de arme ook een plaats heeft". Dit filmpje bevat heel wat beelden uit de fantastische serie "Cidade dos Homens", een aanrader!

maandag 4 mei 2009

Tijd om te genieten

De vijf papers die ik moest schrijven voor mijn opleiding postgraduaat Noord-Zuid zijn eindelijk af: ontwikkelingseconomie, subcontinent Latijns-Amerika, antropologie, ontwikkelingssamenwerking en politiek. De laatste weken was het dan ook echt een kwestie van flink doorwerken en weinig uitstapjes doen. Tussendoor hadden we dan ook nog eens problemen met ons hostel waardoor we voor onze veiligheid een week moesten verhuizen. Maar tussendoor kon ik toch wel genieten van mijn eerste verjaardag in het buitenland. Een skype-telefoontje met mijn ouders bij het ontbijt en heel wat leuke cadeautjes van huisgenoten en collega's, een gezellige Braziliaanse verjaardag.
Brazilianen zingen in plaats van 'Happy birthday to you' de volgende tekst (maar op dezelfde melodie):
Parabéns pra você
Nesta data querida
Muitas felicidades
Muitos anos de vida
Een ander momentje van vertier tussendoor was Koninginnedag, waarop ik eens in aanraking kwam met de Nederlandse cultuur. Alle Nederlanders gekleed in oranje, het volkslied zingend, een groot oranje feest op ons terras 's avonds met zelfs de Brazilianen in het oranje ... Ik zie het ons in België nog niet te snel doen. Als enige niet-Nederlander in huis was ik die avond dan ook undercover-Vlaming in het oranje.

Dit weekend (na het afwerken van mijn papers) was het eindelijk tijd om een druk toeristisch weekendje te houden. Omdat de ouders van mijn vriend Arnoud voor een week op bezoek zijn, hadden we heel wat activiteiten gepland en wonder bij wonder (in Rio lukt dat bijna nooit) verliep alles volgens plan en was het weer ons gunstig. Op zaterdag gingen we wandelen in het park van Tijuca, het grootste stedelijk tropisch woud ter wereld, midden in de stad Rio de Janeiro, met prachtige watervallen en tropische vlinders. 's Avonds gingen we (voor de laatste keer, Arnoud en ik waren er al een paar keer geweest) naar de Feira Nordestina de São Cristóvão om nog eens van de specialiteiten uit het noordoosten van Brazilië te genieten, Forró te dansen en wat souvenirtjes te kopen.

Na een korte nacht brachten we zondagochtend vroeg een bezoek aan de Cristo Redentor, het grote Jezusbeeld op de top van de Corcovado. Na het nemen van wat kiekjes en lachen met het aantal mensen die zich in cliché-Jezuspose voor het beeld laten fotograferen, gingen we gezellig keuvelen op de hippiemarkt in Ipanema. Honderden artisanale kettinkjes, oorbellen, kunstwerken, tasjes, instrumenten ... Alweer een waar souvenirtjesparadijs.
Na de middag beklommen we de Morro da Urca, de eerste heuvel om op de Pão de Açucar (de suikerbroodberg) terecht te komen. De aapjes die we zagen, kwamen heel dichtbij (zo'n 30 cm) en bleven rustig in onze buurt zitten en springen. Op de top van de Morro da Urca namen we de kabellift naar de top van de Pão de Açucar, waar Arnoud en ik eindelijk onze foto's konden recupereren die we kwijt waren van de dag dat we beroofd werden.
Nog welgeteld drie weekends en dan is het hier voorbij. Dat wordt dus nog snel zoveel mogelijk uitstapjes doen voor ik terug naar huis moet en me op mijn eindwerk moet focussen. De tijd van stagetaken afwerken, nog eens optimaal energie stoppen in de projecten, denken aan souvenirtjes en afscheid nemen is aangebroken.

Het nummer 'Mas Amor' van Mayra Andrade en La MC Malcriado is gezongen in een dialect dat in een bepaalde favela van Rio gesproken wordt. Het is half Portugees, half Frans. De tekst en de clip zijn prachtig en gaan over straatkinderen: 'meninos de rua', 'enfants abandonnés'. Wie goed luistert kan misschien af en toe een woordje Frans begrijpen.