zondag 22 maart 2009

De shock

Ook al kwam ik de voorbije week weer heel wat te weten om met jullie te delen, mijn reisverhaal zou niet compleet zijn mocht ik het niet over "de shock" hebben ...
Al 2,5 maanden lang zie, hoor, ruik, smaak, voel ik hier de gekste dingen. Kinderen met vuile kleren, de stank van thinner dat ze inhaleren, zwervers die zichzelf openlijk op de stoep betasten, jongetjes die geld vragen, meisjes die geld vragen, vrouwen en mannen die geld vragen, een hand dat snel mijn broekzak aftast naar geld, mijn beker sap die begeerd wordt en waarvan iedereen het restje lijkt te willen, mijn bord dat op restaurant al na de eerste hap gevraagd wordt van achter de omheining van het terras, vrienden die beroofd en bedreigd worden, moorden en schietpartijen in de krant en in het journaal, zwaar bewapende agenten, kerels die drugs vragen, kerels die me vastgrijpen, kerels die vieze praat tegen me uitkramen, vieze blikken, slapende mensen op de stoep, in de goot, onder bruggen, overvliegende helikopters met militaire agenten met mitrailleurs, verkeersagressie en veel te hoge snelheden, zwangere meisjes van 17,16, 15, 14, 13, baby's die op straat opgroeien, kinderen van 9 die roken ...
Ik kon er mee leven. Ook al raakt het me elke keer opnieuw, dit hoort erbij, dit is waarvoor ik gekozen had, dit is waarom ik al tien jaar naar hier wou komen.
Maar vorige week zaterdag kreeg ik "dé shock". Helemaal niet kunnen focussen op mijn schoolwerk, paniekerig, moedeloos en moe zijn, afwezig voor me uit staren, tranende ogen ...
Schoolwerkstress, dacht ik eerst, maar het begon stilaan door te dringen wat de echte reden was: het was even te veel geweest ...

Op vrijdag had ik die hypocriete show in de jeugdgevangenis meegemaakt. Weten dat jongens daar met 15 à 20 op een kamertje van 12m² moeten leven, vieze verse wonden op hun ledematen, de stank van een slachthuis, geen ventilatie en dat in een tropisch land, weten wat voor mishandeling en geweld gebruikelijk is in zo'n instelling ... En dan al die jongens zien wild gaan en dansen, opgehitst door een showman. Terwijl je merkt dat de bewakers er duidelijk niet mee akkoord gaan. En in stilte hopen: "als ze maar geen collectieve straf krijgen vanavond".
Op diezelfde dag, in diezelfde gevangenis, zagen we (enkele vrijwilligers van de Nederlandse groep en ik) ook twee jongens terug die we kenden van op het AMAR-project in São Cristóvão. Eén ervan heet Leandro (rechts op foto), is 15 jaar, en leek ons altijd een schat van een jongen. Heel beleefd, sympathiek en een knappe jonge kerel. Je kon je er echt kapot mee lachen. En daar zit hij dan, in de jeugdgevangenis, in dat vieze grijze t-shirt dat de kleurloosheid van de instelling bevestigt. Hij zou mensen overvallen hebben onder bedreiging met een wapen ...
"Hoe kan dat nu?" en "waarom heeft hij dat nu gedaan, hij was zo goed bezig", denk je dan. En op een moment dat iedereen door elkaar danst en de bewakers de chaos nauwelijks kunnen overzien, vraag je hem snel hoe het oprecht met hem gaat. "Goed, goed!", zegt hij met een brede glimlach op zijn gezicht (ook heel blij om ons terug te zien) en hij lijkt het te menen. "Huh?", denk je dan. En je wil hem nog zoveel vragen stellen, maar vindt even de Portugese woorden niet. Je geeft hem snel een dikke knuffel, zwaait hem even later uit met tralies ertussenin, en hoopt dat ze hem niet te slecht behandelen. Maar je weet dat je niet naïef moet zijn, want dat hij nu tussen nog grotere criminelen belandt en sowieso een kant zal moeten kiezen van de ene of de andere drugsbende. Ook al was hij niet in drugszaken betrokken. Zijn toekomstkansen verkleinen met de minuut. En dan denk je op een sarcastische manier: "hm, alsof we nog niet 'stoer' genoeg waren met al onze vrienden op straat, hebben we nu ook al vrienden in de gevangenis", wat een ellende.
Op zaterdagochtend ging ik dan mee met een vriendin uit de Nederlandse groep, waarmee ik samenwoon, op zoek naar een vriend van haar. Alan, de schoonmaker van Casa Nova (AMAR-project São Cristóvão), is 26 en was onmiddellijk een goede vriend van Anouk. Hij leefde het grootste deel van zijn leven op straat, zat jaren aan de crack, kon nooit terecht bij zijn alcoholistische pa ... Maar dankzij AMAR was dat allemaal verleden tijd, al jaren weg van straat, een horeca-cursus gevolgd, werk in een restaurant en als schoonmaker bij AMAR, al een hele tijd clean. Maar tijdens carnaval werd hij door een stom misverstand uit zijn woning gezet. Gevolg: terug op straat, terug aan de crack, depressief. Anouk wil met hem praten, zien hoe het met hem gaat. En uit respect voor Anouk en haar moed, ging ik die zaterdag mee zoeken tussen de zwervers van Praça Mauá.
We vonden hem niet. Maar de manier waarop Anouk gedreven was hem te blijven zoeken en zin te geven aan haar tijd in Rio, de manier waarop ze alle hoekjes wist waar welke zwervers lagen ... Het raakte me. Met hulp van een collega van ons en eveneens een vriendin van Alan, is ze hem intussen op het spoor en hopen we (Anouk's steunteam) dat ze hem binnenkort kan ontmoeten.

In ieder geval waren die drie feiten in amper twee dagen "de shock" waard. De hypocriete gevangenisshow, Leandro terug zien, met Anouk op zoek gaan naar Alan ... ik moest het allemaal even laten bezinken. De shock was de volgende dag verminderd, maar "over" gaat het waarschijnlijk nooit. Zo'n dingen vergeet je van je leven niet. Maar het is allemaal de moeite waard.

Intussen heb ik de helft van mijn verblijfsperiode hier bereikt. Veel te vroeg naar mijn mening. De gedachte dat ik over dezelfde tijd al weer naar huis moet ... Hier valt nog zo veel te beleven en te doen. Het lukt me nooit in 70 dagen.
Het leven is hier anders maar ik ben hier zo gelukkig. Elke dag voelen, (be)leven, meebouwen, engageren, investeren, motiveren, anticiperen, participeren, informeren, bijleren ... En elke dag, cada dia, verandering zien en groeien.


(In deze clip zie je vooral beelden van de hyperbekende slagwerkgroep Olodum in Salvador de Bahia (Noordoost-Brazilië) en hier en daar een beeld van Rio. Let vooral op de tekst.)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten