maandag 9 maart 2009

Rijst en bonen

De Braziliaanse keuken zit behoorlijk eenvoudig in elkaar. Iedere doorsnee Braziliaan verwacht elke dag rijst (arroz) en bonen (feijão) op zijn bord, met daarnaast vlees, farofa (een soort meel dat als smaakversterker gebruikt wordt om over je vlees te strooien) en met geluk (en wat geld) daar nog wat groenten bij zoals repolho (heerlijke, groene, zoute koolslierten) of gestoomde wortelschijfjes.
Brazilianen zijn echte vleeseters. Vooral rundvlees is hier alom tegenwoordig. Maar ook kipfilets en varkensvlees zijn topfavorieten. De barbecue of grill krijgt vaak de kans niet om af te koelen, want in elk restaurant en op elk feestje vind je churrasco (vlees van de grill/barbecue). Vlees vind je echt overal. Op iedere straathoek vind je wel een rollend kraampje met worsten op stokjes en brochettes. De linguiça, een vettige worst die er niet al te smakelijk uitziet (een beetje wannabe-frankfurter met vetbrokken in), vind je op elke barbecue en af en toe zelfs in kleine plakjes stiekem in de dagelijkse pot feijão.
Feijão (of feijão preto, wat in feite de lekkerste soort der bonen is, zwarte bonen) is een bruin-/paarsachtig goedje met gelijkkleurige bonen erin. Het wordt hier niet echt als groente gegeten, maar meer als saus bij je rijst. In het begin denk je: "wat is dat hier? Elke dag rijst en bonen?!" Maar na een tijdje zijn er twee reacties mogelijk: of je kan geen rijst en bonen meer zien of je kan niet meer zonder. De meeste van mijn huisgenoten behoren tot de eerste categorie, ik daarentegen tot de laatste. Het is echt gek. Plots ben je er zo aan gewend dat je dan op restaurant komt en denkt: "hé, waar is de feijão?". Maar gelukkig is dat een volkomen normale Braziliaanse reactie, waarop ze in de restaurants ook altijd voorzien zijn. Je kan dan ook zonder moeite een portie "feijão amigo" bestellen voor nauwelijks 3 à 5 reais (1 à 2 euro). Wat wij in het begin ludiek als een "bonenvriend" beschouwden (we stelden er ons al vanalles bij voor), blijkt gewoon een klein potje te zijn met feijão om je maaltijd te vervolledigen.
Aardappelen en alle afgeleide producten zoals puree en frieten worden hier als groente behandeld. Met andere woorden: daar zit je dan op restaurant, met een bord vol rijst, frieten en vlees, met een honger naar iets gezonds.
Groenten zijn in het land van de talrijkste plantensoorten en de grootste biodiversiteit echter zeldzaam op je bord. Ze zijn er nochtans, maar Brazilianen hebben er blijkbaar niet zoveel nood aan of zien er het nut niet van in.
Restaurantes à quilo zijn het paradijs op aarde. Voor zo'n 1,50 tot 2,50 reais per 100gr kan je aan een gigantisch buffet heerlijk je bord vullen. Dan kan je eindelijk je groentenconsumptie naar wens opdrijven, alle Braziliaanse specialiteiten proberen maar ook lasagne, spaghetti, soepen, vis, garnalen, watermeloen, mango en ander lekkers op je enorme bord stapelen. Voor 10 à 15 reais ga je je berg afrekenen, met het leuke gevoel dat je dus in feite maar 3 à 5 euro betaald hebt.
Verder vind je in elke straat kleine bars die verse sappen verkopen van 1001 vruchten en uiteraard salgados: hartige, vette hapjes van bladerdeeg of met een krokant korstje, gevuld met kaas, ham, kip of garnalen. Voor 1 à 2 reais heb je er al een, wat in feite niks is. Maar je maakt er beter geen gewoonte van of je mag al snel kennismaken met iets anders typisch Braziliaans: het vetrolletje.
Straatkinderen leven meestal op salgados. Aangezien ze in supermarkten niet welkom zijn (te groot risico op diefstal), verbruiken ze het gebedelde geld nogal snel op de hoek van de straat voor een goedkope salgado. Weer gegeten zie. Maar wat ze uiteraard niet beseffen, is dat ze ook andere voedingsstoffen nodig hebben. Hun vette huid verklapt al veel over hun voedingspatroon. En dat terwijl ze voor het zelfde geld op een marktje evengoed een tros bananen, wat sinaasappelen, appels of andere heerlijke fruitsoorten zouden kunnen kopen.
Daarom heb ik hier alvast een eerste voorlichtingsactie opgezet, rond fruit eten. Aan de hand van een affiche en kleurtekeningen op het São Cristóvão project en stickers om op fruit te kleven dat kan uitgedeeld worden aan de groepen die op straat leven, wil ik de kinderen erop wijzen dat fruit goed is voor hen, ook best betaalbaar en vullend. Het eerste deel van mijn actie is alvast geslaagd: de kleurtekeningen zijn enorm gewild op het project en ze wekken leuke en interessante gesprekken op, wat de bedoeling was. De stickers-op-fruit-actie volgt nog.
Op drinkvlak heeft Brazilië ook veel lekkers te bieden. Guarana, de nationale frisdrank met bubbels en Guaravita / Guaracamp / Guaravitom, de varianten zonder bubbels, worden massaal binnengeslokt op hete dagen. Tobi is dan weer de Guarana voor favelabewoners, de goedkope maar even lekkere variant. Op biervlak heb je hier Antarctica, Skol, Sol, Itaipava, Brahma en Bohemia, maar ook Heineken en uiteraard de Belgische Stella Artois zijn van de partij. Het geheim van een goede rode wijn kennen de meeste Brazilianen niet, aangezien je meestal iets ijskouds sangria-achtigs krijgt. Maar een voordeel: je krijgt altijd een grote mok wijn. Verder heb je uiteraard de nationale cocktail Caipirinha (van rietsuiker, cachaça, limoen en veel ijs) of kan je pure cachaça met fruitsmaak krijgen.

Ook al is het vele vlees wat wennen ... Ik voel me al helemaal thuis in de Braziliaanse keuken. Sommige dagen vraag ik me af hoe het leven zonder Guaravita en feijão eruitziet, want ik kan het me niet meer voorstellen. Dan maak ik me zorgen over het feit dat ik bij terugkomst in België onmiddellijk dagen zonder feijão en rijst zal moeten leven. Maar ahja, ik kan misschien een club oprichten van bonenvrienden ...

1 opmerking:

  1. Liesje manmanman!!!!
    Wat een reis, wat een belevenis en wat een mooi geschreven blog!!!
    Ik zit hier jaloers te kijken hoor...
    Geniet geniet en geniet nogies zou ik zo zeggen
    fantastisch meid!

    groetjes vanuit België
    en een deeeeepp throat!
    Leen (van op wereldkamp)

    BeantwoordenVerwijderen