maandag 27 april 2009

Kleurling

Ik herinner het me nog goed, de eerste weken dat ik hier was. Wanneer ik door de straten van Lapa liep, zag ik de mensen met een voorzichtig verbaasde blik kijken als in 'wat doet die blanke hier?', 'een verdwaalde toerist?' ... Lapa is nu niet bepaald een buurt waar veel blanken komen, behalve aan de Selaron-trap waar ze naartoe gebracht worden met speciale busjes, vlak voor de trap uitstappen, enkele foto's nemen, snel weer instappen en weer weggebracht worden uit deze 'niet zo veilige buurt'. Maar verder ... Blanken vind je eerder in het centrum, tussen de zakengebouwen en in de Zona Sul (Copacabana, Ipanema, Leblon ...) waar de rijkeren wonen, de duurdere winkels en de toeristische trekpleisters zijn. In Lapa wonen vooral pardos (van gemengde afkomst) en zwarten. Ik begreep eindelijk hoe kleurlingen zich in België moeten voelen. Zij worden ook wel eens sneller bekeken omdat ze opvallen tussen de rest. Nu was ik de kleurling, maar dan juist zonder kleur.

Ook op de projecten vonden de kinderen mij een typisch meisje uit het noorden (van de wereld) met dat blonde haar en de blauwe ogen. Vooral blanken met een rode verbrande huid komen ongelofelijk toeristisch (en amateuristisch) over. Ik was dan ook blij toen ik na een week of 3 voor het eerst van een collega te horen kreeg dat ik er 'carioca' begon uit te zien (als een inwoner van Rio). Ik had al een mooier kleurtje en mijn huid begon te wennen aan de felle zon. Dat hij dat zei was voor mij een teken dat ik wat gemakkelijker geïntegreerd begon te raken. Blanken staan nu eenmaal hoger op de sociale ladder in Brazilië en het laatste wat ik wou was als "een blanke uit een rijk land" behandeld worden. Alle collega's zijn pardo of zwart en ik wou zo snel mogelijk als "een van hen" beschouwd worden, ondanks mijn andere huidskleur.

In Brazilië betekent een andere huidskleur vaak een andere behandeling, een andere status, andere kansen. Vandaag bestaat de Braziliaanse bevolking voor 49,7% uit blanken, 42,6% is van gemengde afkomst (pardos), 6,9% stamt rechtstreeks af van de Afrikaanse slaven, 0,5% is van Aziatische oorsprong en de inheemsen maken nog slechts 0,3% van de bevolking uit. (Cijfers uit 2006 van het IBGE.) Terwijl de blanken vooral de politieke en economische touwtjes in handen hebben, drukt de Afrikaanse cultuur zich sterk door in de muziek, dans, keuken, tradities en religies van Brazilië. Ook van de inheemse cultuur zijn nog flarden te vinden in de taal en in het gebruik van medicinale planten.

Sinds de kolonisatie door de Portugezen hebben blanken het al altijd voor het zeggen gehad. In het begin lieten ze de inheemse bevolking (indianen) slavenarbeid uitvoeren, en wanneer ze hen niet meer nodig hadden, vermoordden ze hen. Miljoenen inheemsen werden opgejaagd, verdrukt, mishandeld, vermoord of stierven aan westerse ziektes die de kolonisten en missionarissen meegebracht hadden.
Omdat de vraag naar arbeidskrachten te groot was, werden nog miljoenen slaven uit Afrika naar Brazilië gebracht. Zij moesten gevaarlijk werk uitvoeren op de plantages en in de goudmijnen, stierven aan de ongezonde omstandigheden, door uitputting, mishandeling. De levensverwachting van een Afrikaanse jongen op de suikerplantage of in de goudmijn was 8 jaar. Slavenmenners kregen een beloning in goud voor elk afgeslagen hoofd van een gevluchte slaaf.
De invoer van slaven werd in 1853 verboden en de slavernij tenslotte in 1888, maar toch zijn die sociale verhoudingen nauwelijks veranderd. Inheemsen moeten tot op vandaag nog steeds strijden om hun grondgebied en hun traditionele bestaan in stand te houden. Inheemsen en Afro-Brazilianen bewonen de ooit illigaal gebouwde favela's of zelfbouwvolkswijken met povere voorzieningen. Ze verdienen minder, komen minder gemakkelijk aan een baan, gaan minder lang naar school, sterven jonger en lopen meer kans om naar de gevangenis te gaan. Ze scoren dus op alle vlakken lager.

Het volgende fragment schreef Ineke Holtwijk in 1995 in haar boek (p.148-149) "Kannibalen in Rio" (een aanrader!):
'Als je over racisme en sociale apartheid discussiert, loop je vast,' zegt João Jorge Rodrigues, een koffiekleurige rasta. (...) João Jorge is oprichter van de drumband Olodum (Yoruba voor 'Almachtige God'). Meer dan driehonderd trommelaars telt de band in volledige bezetting. Met carnaval dijt dit bloco uit tot vijfduizend man en is daarmee een van de grootste in Salvador. (...) Ooit was de rasta inpakker in een supermarkt, nu loopt hij tegen de veertig en studeert rechten. Sinds het succes van Olodum is hij de belangrijkste woordvoerder van de zwarte zaak in Brazilië.
Gilberto Freyre met zijn theorieën over baas en slaaf was romantisch en naïef, stelt hij. 'Hij dacht dat het racisme zou ophouden omdat er uiteindelijk door alle menging geen negers meer zouden zijn, alleen mulatos.' Freyre lanceerde ook als eerste het concept 'raciale democratie'. Maar het racisme in Brazilië is net zo erg als dat in Zuid-Afrika, onderstreept de bandleider. 'Het begrip raciale democratie versluiert. Omdat blanken en negers willen blijven geloven dat Brazilië een raciale democratie is, is racisme een taboe-onderwerp.'
'De strijd', zoals hij het noemt, is daardoor moeilijker dan in Zuid-Afrika. 'Wij hebben apartheid zonder wet. Hij zit in hoofden van mensen. Er is een onzichtbaar mechanisme dat maakt dat blanken zich superieur en zwarten zich minder voelen. Een neger gaat in de bank achter in de rij staan, omdat hij denkt dat dat zijn plaats is. Hij stemt op een blanke politicus omdat hij denkt dat een neger nooit goed kan zijn. Als hij gediscrimineerd wordt, denkt hij dat het komt omdat hij arm is.

Een ander interessant fragment is er één uit de "Insight Guide Brazilië" uit 2008 (p.60-61):
Als gevolg van de geschiedenis van racisme en slavernij is de niet-blanke Braziliaanse bevolking niet voorbereid op de 21e eeuw. De Afro-Brazilianen hebben een achterstand op sociaal-economisch gebied, waardoor een vicieuze cirkel ontstaat die de discriminatie laat voortbestaan.
Mensenrechtenadvocaat Dalmo Dallari uit São Paulo zegt hierover: 'In onze grondwet en wetgeving is rassendiscriminatie expliciet verboden. Duidelijk is echter dat deze wetten slechts een intentieverklaring zijn waarvan in de praktijk weinig effect uitgaat.' Dallari en anderen wijzen op wijdverbreide discriminatie. Zwarten die de toegang tot restaurants wordt ontzegd of die door portiers van appartementengebouwen naar de dienstingang worden verwezen zijn slechts enkele van de vele voorbeelden. De discriminatie in Brazilië is ook op een subtielere manier aanwezig. Percy da Silva, voormalig deelstaatcoördinator van Afro-Braziliaanse Zaken in São Paulo, aan het woord: 'Zwarten zijn weliswaar geen slaven meer, maar hebben niet dezelfde mogelijkheden als blanken. We worden in grote mate gestigmatiseerd en als inferieur beschouwd. Zowel op intellectueel als persoonlijk vlak moeten we vaak twee keer zoveel capaciteiten hebben om te worden geaccepteerd, vooral op het werk.'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten